zaterdag 17 januari 2009

Meer werken voor meer vrije tijd

Veertien jaar geleden begon ik in het onderwijs, 33 jaar oud was ik en ik had er 17 jaar werkervaring in de binnenvaart opzitten. We werkten er week-op-week-af, dus ik was 26 weken per jaar vrij. Aan wie ik dit ook vertelde, nooit was er iemand die vond dat mijn leven uit vakantie bestond. 'Tijdens die week aan boord verdien je die week thuis dubbel en dwars terug, neem ik aan', zeiden de mensen. En gelijk hadden ze. We verdienden zelfs nog een dik pak overwerk er bovenop.

Elke werkdag sta ik tegenwoordig om 06:00 uur op, ongeacht mijn lesrooster wil ik om 08u20 beginnen. Er is altijd genoeg te doen, meestal nakijkwerk. Dus ga ik bijtijds douchen, ontbijten, lunchpakketje klaarmaken, bakkie drinken en meestal op de fiets naar mijn werk.
Maar voor het zover is, lees ik de krant. Ik ben geabonneerd op Trouw, want daar staat veel in over het vak dat ik geef: Levensbeschouwing.
Eigenlijk ben ik dan al begonnen met werken. Van de 1659 klokuren die ik voor mijn salaris per jaar moet maken, zijn er 183 bestemd voor deskundigheidsbevordering. Per week bestudeer ik gemiddeld 4 uur de krant, waarvan grofweg de helft voor rekening van mijn groeiende deskundigheid komt, toch zo'n 104 klokuren op jaarbasis. Met hetzelfde gemak zou ik kunnen verdedigen dat ik met 208 uur krant lezen al meer dan voldoende tijd in de bevordering van mijn deskundigheid heb gestoken. Want als ik deze baan niet had, met welk doel zou ik dan op de hoogte moeten willen blijven van wat er in de wereld gebeurt?

Meestal fluitend en met muziek op mijn oren, fiets ik naar school. Het is nog donker, regelmatig moet ik inhouden voor laks fietsende schooljeugd, bulten vol boeken op hun rug. Voor hen is een nieuwe dag van sociaal netwerken begonnen bij het eerste meetingpoint dat ze passeerden, msn-gesprekken van de vorige avond worden in real life voortgezet.
Kwart over vijf, weer net zo donker als vanmorgen, terug op de fiets naar huis, luister ik naar vrolijke muziek van Ska-P.
De avond besteed ik aan studie. Mijn deskundigheid neemt er hand over hand door toe, maar de 1200 uur die ik er dit schooljaar mee bezig ben, past niet in de tijd die ik heb om deskundiger te worden. Ach ja, ik word er zelf ook een stuk wijzer van natuurlijk.

Toen ik in de krant las dat de Onderwijsraad het een goed idee vindt om leraren minder vakantie te geven teneinde de werkdruk te verminderen, vond ik dat best een raar voorstel, want ik dacht aan de 26 weken die ik ooit per jaar vrij had en dat ik in die tijd alles wat ik toch nog teveel werkte als overwerk kreeg uitbetaald en dat er desondanks nooit iemand tegen me zeurde dat ik altijd vakantie had en dat er nooit een collega over te grote werkdruk klaagde.
Leg dat naast een 36-urige werkweek met 29 dagen en 5 uur (nog geen 6 weken) vrije tijd per jaar of - zoals we het in het onderwijs geregeld hebben - dezelfde 36-urige werkweek geconcentreerd in veertig 41½-urige werkweken met 60 vrije dagen. Door in de rest van het jaar meer te werken, hebben we meer vrije weken. Ik vind het een prima regeling, in veel extremere mate was ik al gewend aan meer werken voor meer vrije tijd.

Op de binnenscheepvaart deed ik thuis niets voor mijn werk. In mijn vrije weken studeerde ik voor iets heel anders, waardoor ik uiteindelijk leraar ben geworden. En ik heb er nog geen seconde spijt van gehad. Alleen krijg ik zo nu en dan wél een sik van mensen van buiten het onderwijs die zich bemoeien met het onderwijs. Daar hadden we op de binnenscheepvaart geen last van, men had amper in de gaten dat wij schippers bestonden.
______________________
______________________