zaterdag 17 januari 2009

Bedelen in den Haag

Samen met een collega heb ik nagedacht over ons onderwijs in de bovenbouw. Onze ideeën hebben we kenbaar gemaakt aan de afdelingsleiding. We kregen het verzoek een vragenlijst te ontwerpen om te onderzoeken hoe collega's tegen het een en ander aankijken. Dat deden we online, collega's kunnen 'm met een toegangscode invullen en wij hoeven niet te turven, de resultaten zijn onmiddellijk zichtbaar.
Afgelopen donderdag zouden we voor de eerste keer met een groep mensen bij elkaar komen om een studiedag over het onderwijs in de bovenbouw voor te bereiden. Ik wilde vooraf nog snel even de vragenlijsten uitprinten. Voor de zekerheid had ik ze gekopieerd naar een wordbestand. Je weet maar nooit, met die verouderde computers op school, dacht ik, straks kan ik weer niet uitprinten vanaf een site...

Documenten sla ik altijd op onder een ouder formaat op mijn laptop die ik zelf gekocht heb omdat ie me veel tijd, werk en ander archaïsch gedoe bespaart. Jammergenoeg is er geen geld voor laptops voor alle personeelsleden.
In mijn lokaal kan ik met mijn zelf aangeschafte laptop niet op het internet, wat een beetje jammer is, want het ontneemt me toegang tot didactische mogelijkheden, zoals werken met wiki's, blogs, twitters, youtubefilmpjes en hyves om maar enkele mogelijkheden te noemen. Maar ja, dan zouden er ook in elk leslokaal een aantal computers aanwezig moeten zijn.
Het zou trouwens ook nogal wat werk schelen als ik toegang tot een centraal leerlingvolgsysteem zou hebben. Ik zou dan bijvoorbeeld tijdens een mentorgesprek kunnen zien of collega's opmerkingen hebben gemaakt over een van mijn leerlingen. Of ik zou als vakdocent achter de naam van een leerling kunnen vermelden dat hij of zij bij mij al twee lessen weinig uitvoert. Ook zou ik cijfers in kunnen voeren en die zouden voor iedereen zichtbaar zijn: voor ouders, voor leerlingen, voor collega's. Je zou meteen kunnen zien om wat voor soort cijfer het gaat of je zou in één oogopslag vanaf elke plek in de school en zoveel plaatsen buiten de school als nodig is, kunnen zien hoe een leerling er gemiddeld voorstaat, hoe snel een leerling is, of een leerling misschien dyslexie heeft of langere tijd ziek is geweest of je zou kunnen invoeren dat een leerling afwezig is.

In de lerarenwerkkamer geef ik de schoolcomputer het bevel mijn worddocument vanaf een usb-stick uit te printen, want vanaf mijn laptop gaat dat niet. Ik heb namelijk geen toegang tot het intranet van de school. Er is niet genoeg personeel dat deze toegang voor mij kan regelen.
De desktopcomputer voor mijn neus geeft vreemde verknipte beelden te zien en verder is ie van het ene moment op het andere ontoegankelijk geworden. Mijn inschatting dat ie even tijd nodiig heeft om het ingewikkelde document te verwerken, blijkt correct. Er verschijnt na ongeveer vijf minuten een mededeling op mijn scherm: het is niet mogelijk het document uit te printen, het lettertype wordt niet herkend.
Later, thuis, probeer ik één pagina die zonder mopperen uit mijn printer zoeft. Maar ik print niet thuis uit, want inkcardridges worden door de school niet vergoed omdat uitprinten op school gedaan kan worden. Dat is wel jammer want toen dat nog niet kon, kregen we de helft van de kosten van één cardridge per jaar terug betaald.

Op onderstaande link kunt u een spotprent vinden van een opgehouden hand. Een hand met een gouden ring aan één van de vingers, een hand aan een pols met een Rolex erom, een pols die uit een witte boord steekt met een gouden manchetknoop eraan, een witte boord die uit een pak met krijtstreep steekt. "De handophoudende kapitalist" staat erbij. U en ik weten hoe rijkelijk de hand gevuld werd.
Misschien heeft iemand zo'n outfit voor me te leen? Dan ga ik 's een weekje in Den Haag uit bedelen voor het onderwijs.

_____________________

_____________________