donderdag 19 februari 2009

Onderwijs op maat

Ze is zestien, intelligent en zo onzeker over zichzelf als meisjes van zestien wel vaker zijn. Ze kan makkelijk in zes jaar tijd met mooie cijfers een atheneumdiploma halen.
Vandaag bekijken we haar vorderingen. Haar cijfers zijn wel oké, maar over haar tempo is ze ontevreden.
'Nu kan ik sarcastisch doen en zeggen: dan moet je harder gaan werken', zeg ik: 'maar dat weet je zelf ook wel, hè?'
Natuurlijk weet ze dat en ze neemt het zich ook telkens voor maar het mislukt steeds. Na wat heen en weer gepraat over motivatie en doen wat je je voorneemt, vraag ik haar waarom het eigenlijk een probleem is als ze er langer over zal doen? Bij ons op school kun je in augustus en in januari ook examen doen, dus wat is het probleem? Dat je een half of een heel jaar later van school komt? Dat je later afstudeert aan de universiteit? Maakt dat zoveel uit op een leven van tachtig jaar? Waar gaat het eigenlijk over? Waarom niet lekker relaxed gedaan en naast een diploma met mooie cijfers ook nog eens de herinnering aan een gezellige tijd meenemen als je onze school verlaat? Daar denkt ze even over na en ze weet eigenlijk geen goede argumenten om het niet op die manier aan te pakken.
Ik vraag of ze hier met haar ouders open over kan praten? Of verwachten die van haar dat ze het netjes in zes jaar zal doen en daarmee basta? Nee, met haar ouders kan ze daar wel over praten hoor.
'Weet u geen argumenten om er níét langer over te doen?' vraagt ze.
Ik lach kort en kijk dan peinzend naar een poster van Jezus als rockstar op een rode loper, getekend door een groepje derdeklassers. Ze lacht onzeker, alsof ze al begrijpt waarom ik niets zeg: zulke argumenten zullen wel niet bestaan. Inderdaad moet ik er even over nadenken, maar dat heeft er ook mee te maken dat ik leerlingen meestal hun eigen argumenten laat aanvoeren, zowel in mijn vak als voor de motivatie van hun studie.
In dit geval moet ik haar wat argumenten aan de hand doen, dat is duidelijk, dus ik leg uit dat je achterblijft als je vroegere klasgenoten hun diploma al hebben. Je komt ze later tegen en ze vertellen over hun nieuwe leven in hun nieuwe stad met hun nieuwe studievrienden op hun nieuwe kamer en het is allemaal supervet en chill en zo. Ik zeg dat leerlingen die er langer over doen mij dat vertellen. Dat ze daar van balen. Dat ze echt een toffe tijd op het Roncalli hebben, leuke sfeer en zo, maar stuk voor stuk zijn ze het zat na een verblijf dat langer duurt dan de vijf of zes jaar die ervoor staan.
'Dat is één', zeg ik en ik raak op dreef. Ik vertel haar dat je in een klas terecht komt waarin leerlingen zitten die er dus langer over doen. Sommige kiezen daar bewust voor, andere kunnen op die manier een diploma halen dat anders te hoog gegrepen voor ze zou zijn en er zijn er ook die tijd verloren hebben door persoonlijke omstandigheden.
'Allemaal niets mis mee, maar zie jij jezelf tussen die leerlingen lekker op je gemak goede cijfers scoren en onder je niveau presteren?'
Als ze al weg is, bedenk ik nog een argument: de voldoening die je ervaart als je je gestelde doel realiseert. We spreken af dat ze het er met haar ouders over zal hebben en dat ze een beslissing gaat nemen waarop ze niet meer terug mag komen. Ze denkt dat ze al wel weet wat het worden zal en ik ben het met haar eens. Natuurlijk moet ze gaan voor zes jaar met een examen in mei. Natuurlijk moet ze gaan voor mooie cijfers.

Vlak voor het einde van ons gesprek vertelt ze dat ze vaak boven haar boeken gaat zitten en dan moet ze wéér van die stomme oefeningen maken. Weg goede voornemens, weg concentratie. De computer is dichtbij, en msn.
Ze kan het zonder die oefeningen. Misschien kunnen we daar eens naar kijken als ze een beslissing heeft genomen? Misschien moeten we met sommige leraren overleggen of ze oefeningen over mag slaan? Ja, dat zou ze graag willen. Hoe streng controleren docenten eigenlijk wat je allemaal hebt gedaan voordat je een toets of schoolexamen mag doen? Dat verschilt nogal. Laatst heeft ze een toets gedaan en ze scoorde er een mooi cijfer voor zonder dat ze ook maar één oefening had gemaakt. Ze snapt het meestal wel als ze het een keer doorgelezen heeft, zegt ze.

Op mijn fiets op weg naar huis fantaseer ik erover hoe mooi het zou zijn als we elke leerling onderwijs op maat zouden kunnen bieden. Met kleinere klassen, met minder administratief geneuzel voor hoogopgeleide leraren en per saldo meer tijd voor de leerlingen zou deze zestienjarige, intelligente en onzekere leerlinge wellicht in vijf jaar tijd haar atheneumdiploma kunnen halen, een jaar sneller dan normaal en wie weet, zou de grotere uitdaging wel precies zijn wat ze nodig heeft als motivatie.
___________________

___________________